Art. 133. Indien een distributienetgebruiker over een noodaansluiting beschikt, worden twee toegangspunten (normaal toegangspunt en noodtoegangspunt) aan hem toegewezen. Deze toegangspunten worden door een specifieke EAN-code geïdentificeerd.
Art. 133. Lorsqu'un utilisateur du réseau de distribution dispose d'un raccordement de secours, deux points d'accès (normal et secours), définis chacun par un EAN, lui sont assignés.