5. dringt er bij de DVK op aan haar verplichtingen krachtens het internationaal recht na te komen, met name het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 en het bijbehorende protocol van 1967, alsmede het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, en niet langer Noord-Koreaanse burgers naar de DVK te deporteren, aangezien zij en hun familieleden het gevaar lopen te worden mishandeld en zelfs te worden geëxecuteerd;
5. invite la RPC à honorer ses obligations en vertu du droit international, en particulier en vertu de la convention de 1951 sur le statut des réfugiés et de son protocole de 1967, de la convention de 1984 contre la torture et autres peines ou traitements cruels, inhumains ou dégradants, et à mettre fin à la déportation des citoyens nord-coréens en RPDCN, sachant que les personnes rapatriées et leur famille courent un risque élevé de subir des abus, voire d'être exécutées;