5. dringt er bij
de lidstaten op aan drie bindende streefdoelen voor 2030 vast te stellen, namelijk een beperking van de broeikasgassen met ten minste 50 % ten opzichte van het niveau in 1990, een aandeel van hernieuwbare energie van ten minste 40 % en een verhoging van de energie-efficiëntie met ten mins
te 30 %; herinnert eraan dat energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen de uitstoot van broeikasgassen verminderen en bijgevo
...[+++]lg bijdragen aan de verwezenlijking van de EU-doelstelling om de broeikasgassen met ten minste 50 % te beperken; 5. demande aux États membres d'adopter trois objectifs
contraignants pour 2030, à savoir une réduction d'au moins 50 % des émissions de GES pour atteindre des niveaux inférieurs à ceux de 1990, une part d'au moins 40 % d'énergies renouvelables et une augmentation d'au moins 30 % de l'efficacité énergét
ique; rappelle que tant l'efficacité énergétique que le déploiement des énergies renouvelables réduisent les émissions de GES et, par conséquent, facilitent la réalisation d'un objectif européen de réduction des émissions de GES d'au mo
...[+++]ins 50 %;