Het wordt inderdaad algemeen aanvaard, op grond van artikel 2257 van het Burgerlijk Wetboek (3), dat de verjaring pas loopt vanaf de dag waarop voor de (schuld)eiser het recht ontstaat om zijn vordering in te stellen (onder meer De Page en Dekkers, Traité , VII, blz. 1043, nr. 1147, Laurent, Principes de droit civil , XXXII, blz. 27-28, nrs. 15-16, Vandeputte, De Overeenkomst.
En effet, il est généralement admis, sur la base de l'article 2257 du Code civil (3), que la prescription ne court qu'à partir du jour où naît, pour le demandeur (le créancier), le droit d'intenter son action (entre autres De Page et Dekkers, Traité , VII, p. 1043, nº 1147, Laurent, Principes de droit civil , XXXII, p. 27-28, nº 15-16; Vandeputte, De Overeenkomst.