Toen ik op 24 januari 2001 in de schoot van de commissie voor de Binnenlandse Zaken aan de minister vroeg of zij tengevolge van deze vrijspraak opnieuw hun betrekking bij de MIVB zouden mogen bekleden en/of zij een vergoeding zouden krijgen in verband met de toch zeer onheuse behandeling die zij van hun werkgev
er hebben gekregen, liet de minister mij weten dat aangezien ze slechts in eerste instantie vrijgesproken werden, het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding het nodig gevonden had beroep aan te tekenen (vraag nr. 3080, Integraal Verslag, Kamer, 2000-2001, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 24 januari 2001, COM
...[+++]366, blz. 1 en 2).
Le 24 janvier 2001, devant la commission de l'Intérieur, j'ai demandé au ministre si ces deux personnes seraient autorisées à reprendre leurs fonctions au sein de la STIB, à la suite de l'acquittementet/ou si elles auraient droit à des indemnités pour l'attitude de leur employeur à leur égard. Le ministre m'a fait savoir que les intéressés ayant été acquittés en première instance, le Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme a estimé devoir faire appel de cette décision (question n° 3080, Compte rendu intégral, Chambre, 2000-2001, commission de l'Intérieur, 24 janvier 2001, COM 366, p. 1 et 2).