Vertaling van "nr 32 2002 oordeelde " (Nederlands → Frans) :

In 2002 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaken die waren voorgelegd door de Europese Commissie (C-466/98C-467/98C468/98C-469/98C-472/98C-475/98 en C-476/98).
En 2002, la Cour de justice de l’Union européenne a rendu plusieurs arrêts relatifs à des affaires transmises par la Commission européenne (C-466/98C-467/98C468/98C-469/98C-472/98C-475/98 et C-476/98).

Het is ook zo dat inderdaad, het Arbitragehof bij arrest nr. 32/2002 oordeelde dat deze bepaling het gelijkheidsbeginsel schendt, omdat het verbod onevenredig is met het nagestreefde doel.
Il s'avère que la Cour d'arbitrage a effectivement jugé, dans son arrêt nº 32/002, que cette disposition viole le principe d'égalité, dans la mesure où l'interdiction est disproportionnée à l'objectif poursuivi.

Art. 3. Het ministerieel besluit nr. A/658/73 van 3 december 2002 wordt opgeheven voor wat betreft de bepalingen aangaande overweg nr. 32.
Art. 3. L'arrêté ministériel n° A/658/73 du 3 décembre 2002 est abrogé en ce qui concerne les dispositions relatives au passage à niveau n° 32.

Dat streefdoel, samen met bestaande en toekomstige wetgeving met inbegrip van Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen , Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten , en Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten , heeft een wezenlijke rol voor het bereiken van de klimaat- en energiedoelstellingen tegen geringe kosten en kan tevens nieuwe mogelijkheden voor de economie van de Europese Unie creëren.
Cet objectif, ainsi que la législation en vigueur et à venir, y compris la directive 2002/91/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2002 sur la performance énergétique des bâtiments , la directive 2005/32/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 juillet 2005 établissant un cadre pour la fixation d’exigences en matière d’écoconception applicables aux produits consommateurs d’énergie , et la directive 2006/32/CE du Parlement européen et du Conseil du 5 avril 2006 relative à l’efficacité énergétique dans les utilisations finales et aux services énergétiques joueront un rôle essentiel en faisant en sorte que les objectifs en matière de climat et d’énergie soient réalisés à moindre coût et puissent aussi offrir de nouvelles perspectives à l’économie de l’Union européenne.

Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen , Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp van energieverbruikende producten bepalen dat de lidstaten kwantitatieve gegevens over het energieverbruik moeten verstrekken.
En vertu de la directive 2002/91/CE du Parlement européen et du Conseil, du 16 décembre 2002, relative à la performance énergétique des bâtiments , de la directive 2006/32/CE du Parlement européen et du Conseil du 5 avril 2006 relative à l'efficacité énergétique dans les utilisations finales et aux services énergétiques et de la directive 2005/32/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 juillet 2005 établissant un cadre pour la fixation d'exigences en matière d'écoconception applicables aux produits consommateurs d'énergie , les États membres sont tenus de communiquer des données quantitatives de la consommation d'énergie.

Het arrest van het Arbitragehof 32/2002 oordeelde immers dat deze bepaling het gelijkheidsbeginsel schendt omdat het verbod onevenredig is met het nagestreefde doel.
L'arrêt de la Cour d'arbitrage 32/2002 énonce en effet que cette disposition porte préjudice au principe de l'égalité parce que l'interdiction est disproportionnée par rapport au but poursuivi.

het arrest nr. 32/2002, uitgesproken op 6 februari 2002, inzake de prejudiciële vraag betreffende artikel 674bis, §2, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (rolnummer 2237);
l'arrêt nº 32/2002, rendu le 6 février 2002, en cause la question préjudicielle relative à l'article 674bis, §2, alinéa 2, du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Mons (numéro du rôle 2237) ;

het arrest nr. 142/2002, uitgesproken op 9 oktober 2002, inzake de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 32, 2º, 46 en 1253quater, van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met andere bepalingen van dat Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (rolnummer 2257).
l'arrêt nº 142/2002, rendu le 9 octobre 2002, en cause les questions préjudicielles relatives aux articles 32, 2º, 46 et 1253quater, du Code judiciaire, combinés avec d'autres dispositions de ce Code, posées par le Tribunal de première instance de Bruxelles (numéro du rôle 2257).

het arrest nr. 71/2002, uitgesproken op 23 april 2002, inzake de beroepen tot vernietiging van de artikelen 16, 32 en 49 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2000 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, ingesteld door S. Van Driessche en anderen (rolnummers 2066 en 2068, samengevoegde zaken);
l'arrêt nº 71/2002, rendu le 23 avril 2002, en cause les recours en annulation des articles 16, 32 et 49 du décret de la Région flamande du 26 avril 2000 portant modification du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire et du décret relatif à l'organisation de l'aménagement du territoire coordonné le 22 octobre 1996, introduits par S. Van Driessche et autres (numéros du rôle 2066 et 2068, affaires jointes) ;