3. De lidstaten kunnen, na machtiging door de Commissie, voertuigen die bestemd zijn voor het in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 561/2006 bedoelde vervoer van de toepassing van deze verordening vrijstellen.
3. Les États membres peuvent, après autorisation de la Commission, dispenser de l'application du présent règlement les véhicules utilisés pour les opérations de transport visées à l'article 14, paragraphe 1, du règlement (CE) n° 561/2006.