A. overwegende dat op 24 november 2013 de VV/HV Catherine Ashton en de ministers van Buitenlandse Zaken van de E3/EU+3 in Genève een interim-overeenkomst hebben bereikt met de Islamitische Republiek Iran (hierna Ir
an genoemd) over de nucleaire kwestie (gedetailleerd uiteengezet in het gemeenschappelijke actieplan); overwegende dat de E3/EU+3 op 10 januari 2014 een overeenkomst heeft bereikt over de uitvoeringsmodaliteiten van het gemeenschappelijke actieplan; overwegende dat de uitvoeringsperiode van zes maanden voor het gemeenschappelijke actieplan cruciaal is en dat gelijktijdige en wederzij
...[+++]dse actie van beide partijen noodzakelijk is;
A. considérant que le 24 novembre 2013 à Genève, la VP/HR Catherine Ashton et les ministres des affaires étrangères de l'E3/UE+3 sont parvenus à un accord intérimaire avec la République islamique d'Iran (ci-après, l'«Iran») sur la question nucléaire (détaillé dans le Plan d'action conjoint); considérant que le 10 janvier 2014, l'E3/UE+3 a conclu un accord sur les modalités de mise en œuvre du Plan d'action conjoint; considérant que les six mois de mise en œuvre du Plan d'action conjoint sont cruciaux et appellent une action simultanée et réciproque de la part des deux parties;