8. tot slot, het instellen te steunen van een financieel meerjarenkader 2013-2020, zodat de nodige begrotingsmiddelen kunnen worden uitgetrokken om de doelstelling te halen die de Europese Commissie voorstelt, dat het aandeel van de industrie in het BBP van de EU in 2020 20 % bereikt, door voldoende financiële marges te reserveren in de Europese begrotingslijn 1 A en door toe te staan dat voor dat doel een deel van de opbrengst van innoverende financiële instrumenten, zoals de euro-obligaties, de project-bonds, de taks op financiële transacties, de publieke emissie voor Europese burgers, of nog de sociale en milieugerelateerde bijdrage aan de grenzen van de EU wordt aangewend.
8. de soutenir, enfin, la mise en place d'un cadre financier pluriannuel 2013-2020 qui permette de consacrer les moyens budgétaires nécessaires pour atteindre l'objectif proposé par la Commission européenne que la part de l'industrie dans le PIB de l'UE atteigne 20 % en 2020, notamment en réservant des marges financières suffisantes dans le cadre de la ligne 1 A du budget européen et en permettant d'affecter à cet objectif une part des revenus générés par la création d'instruments financiers innovants tels que les euro-obligations, les projects-bonds, la taxe sur les transactions financières, la souscription publique auprès des citoyens européens, ou encore la contribution sociale et environnementale (CSE) aux frontières de l'UE.