2. benadrukt dat de Europese Unie in het kader van de differentiatiestrategie van de energiebevoorrading, de grondbeginselen in acht dient te nemen van haar samenwerkings- en ontwikkelingsbeleid, te weten armoedebestrijding, transparantie, bevordering van een duurzame ontwikkeling en volwaardige arbeidsplaatsen; en vraagt met name dat deze benadering bij voorrang wordt toegepast binnen het part
nerschap van de ACP landen - Afrika, het Caribische
gebied en de Stille Oceaan – en de Europese Unie, op grond van artikel 32 van het verdrag
...[+++]van Cotonou van 23 juni 2000;
2. souligne que, dans le cadre de la stratégie de diversification de ses approvisionnements énergétiques, l'Union européenne doit respecter les principes fondateurs de sa politique de coopération et de développement: lutte contre la pauvreté, transparence, promotion du développement durable et du travail décent; demande notamment que cette approche soit privilégiée dans le cadre du partenariat entre les pays d'Afrique, des Caraïbes et du Pacifique (ACP) et l'Union européenne, sur la base de l'article 32 de l'accord de Cotonou du 23 juin 2000;