Art. 3. § 1. Voorafgaandelijk aan zijn onderbreking, moet de zelfstandige een aanvraag indienen bij zijn sociale verzekeringskas bedoeld in artikel 20 van voormeld koninklijk besluit nr. 38. Indien hij, in afwijking van het vorige lid, op het ogenblik van de aanvraag, zijn activiteit reeds heeft onderbroken zonder een voorafgaandelijke aanvraag in te dienen, kan de onderbreking ten vroegste een maand van tevoren, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, geacht worden een aanvang te hebben genomen.
Art. 3. § 1 . Le travailleur indépendant doit introduire, préalablement à son interruption, une demande auprès de sa caisse d'assurances sociales visée à l'article 20 de l'arrêté royal n° 38 précité. Lorsque, par dérogation à l'alinéa précédent, au moment de la demande, il a déjà interrompu son activité sans introduire de demande préalable, l'interruption ne peut prendre effet, au plus tôt, qu'un mois auparavant à compter de la date de réception de la demande.