De Raad van State stelde vast dat er sprake was van een niet-verantwoord verschil in behandeling op het vlak van de mogelijkheid tot inspraak van het publiek over de inhoudsafbakening van een plan-MER voor een ruimtelijk uitvoeringsplan (hierna : RUP) tussen, enerzijds, de algemene regeling van artikel 7 van het besluit van 12 oktober 2007 en, anderzijds, de afwijkende regeling van artikel 4, § 3, eerste lid, van het Integratiespoorbesluit.
Le Conseil d'Etat a constaté qu'il existait une différence de traitement non justifiée, en ce qui concerne la possibilité de participation du public à la délimitation du contenu d'un rapport d'incidence concernant un plan d'exécution spatial, entre, d'une part, le régime général de l'article 7 de l'arrêté du 12 octobre 2007 et, d'autre part, le régime dérogatoire de l'article 4, § 3, alinéa 1 , de l'arrêté relatif au mode d'intégration.