23. merkt op dat de recente gastoevoercrisis en de volatiliteit van de olieprijzen nogmaals de kwetsbaarheid van het Europese energievoorzieningssysteem hebben aangetoond; onderstreept dat het gebrek aan alternatieve (hernieuwbare) energiebronnen, alternatieve vervoerswegen voor energie, opslagcapaciteit voor energiebronnen en onderlinge connecties tussen de lidstaten op het vlak van energietransport schadelijk is voor de onafhankelijkheid van Europa op energiegebied en voor het welzijn van de Europese bevolking; vindt dat de Unie beter op perioden van energietekort moet zijn voorbereid;
23. fait observer que la récente crise du gaz et la volatilité des prix du pétrole ont de nouveau montré la vulnérabilité du système d'approvisionnement énergétique européen; souligne que le manque de sources d'énergie alternatives (renouvelables), de voies alternatives de transport de l'énergie, de capacités de stockage des sources d'énergie et d'interconnexions du transport d'énergie dans les États membres nuit à l'indépendance énergétique de l'Europe et au bien-être de sa population; estime donc que l'Union devrait être mieux préparée à des périodes de pénurie d'énergie;