De mogelijkheid om het Verdrag toe te passen in gevallen waarin een kind wordt achtergehouden na afloop van de periode van uitoefening van het omgangsrecht had eveneens tot doel de ouder die de hoede heeft over het kind gerust te stellen en derhalve de werkelijke uitoefening van dat recht te bevorderen.
La possibilité d'appliquer la Convention aux cas dans lesquels un enfant est gardé au-delà de la période d'exercice du droit de visite avait également pour objet de rassurer le parent qui a la garde de l'enfant et donc de favoriser l'exercice réel de ce droit.