Het is op het eerste gezicht vreemd dat de wetgever van 18 juni 2006 enkel aandacht besteedt aan de verblijfsregeling of omgangsregeling die vastgelegd werd in een overeenkomst in het kader van een echtscheiding door onderlinge toestemming, en niet in het kader van een andere overeenkomst tussen de ouders buiten een procedure met het oog op een echtscheiding door onderlinge toestemming.
À première vue, il est singulier de constater que dans la loi du 18 juillet 2006, le législateur ne s'est intéressé qu'aux modalités d'hébergement ou d'exercice du droit aux relations personnelles qui ont été fixées dans le cadre d'une convention préalable à divorce par consentement mutuel, et non dans le cadre d'un accord conclu entre les parents en dehors d'une procédure de divorce par consentement mutuel.