Het derde middel, tweede onderdeel, in de zaak nr. 2356 is afgeleid uit een schending van de artikelen 10, 11, 39, 116, 122 en 126 van de Grondwet en van het beginsel van de democratische vertegenwoordiging, doordat de leden van de Franse taalgroep door hun groter aantal een vetorecht krijgen ten aanzien van de kandidaat-regeringsleden van de Nederlandse taalgroep, terwijl het omgekeerde niet het geval is.
Le troisième moyen, deuxième branche, dans l'affaire n 2356 est pris de la violation des articles 10, 11, 39, 116, 122 et 126 de la Constitution et du principe de la représentation démocratique, en ce que les membres du groupe linguistique français, du fait de leur plus grand nombre, obtiennent un droit de veto à l'égard des candidats membres du Gouvernement du groupe linguistique néerlandais, alors que l'inverse n'est pas vrai.