Art. 11. De aanloopsteun kan alleen verkregen worden door landbouwers die een ontwikkelingsplan voorleggen voor het klein landbouwbedrijf,
waarbij hetzij : 1° omgeschakeld wordt van een gangbare
naar de biologische productiemethode waarna de eindproductiewaarde van het klein landbouwbedrijf minimaal voor twee derde zou gerealiseerd worden met de c
ommercialisatie van biologische producten; 2° omgeschakeld wordt van een gangbare commercialisatie naar commercialisatie via d
...[+++]e korte keten waarna de eindproductiewaarde van het klein landbouwbedrijf minimaal voor twee derde zou gerealiseerd worden met de commercialisatie via de korte keten; 3° omgeschakeld wordt van een landbouwbedrijf met gangbare landbouwproducties naar, voor het Vlaamse Gewest, een landbouwbedrijf dat gespecialiseerd is in nieuwe of zeldzame landbouwproducties.Art. 11. L'aide au démarrage ne peut être obtenue que par des agriculteurs qui présentent un plan de développement pour la petite exploitation agricole, où : 1° soit il y a une reconversion d'un mode de production traditionnel au
mode de production biologique, suite à laquelle deux tiers de la valeur de production finale de la petite exploitation agricole seraient réalisés avec la commercialisation de produites biologiques ; 2° soit il y a une reconversion d'une commercialisation traditionnelle à une commercialisation par la chaîne courte, suite à laquelle deux tiers de la valeur de production finale de la petite exploitation agricole
...[+++]seraient réalisés avec la commercialisation par la chaîne courte ; 3° soit il y a une reconversion d'une exploitation agricole aux productions agricoles traditionnelles à, pour la Région flamande, une exploitation agricole spécialisée dans des productions agricoles nouvelles ou rares.