« § 1. Ten vroegste de dag na afloop van de in artikel 31, § 4, bedoelde termijn van vijftien dagen en uiterlijk binnen één maand na de ontvangst van het advies van de directeur of, indien de veroordeelde niet gedetineerd is, na de indiening van het verzoek, stelt het openbaar ministerie een met redenen omkleed advies op.
« § 1 Au plus tôt le lendemain de l'échéance du délai de quinze jours visé à l'article 31, § 4, et au plus tard dans le mois de la réception de l'avis du directeur ou, si le condamné n'est pas détenu, de l'introduction de la demande, le ministère public rédige un avis motivé.