De prejudiciële vraag omvat vier onderdelen, die alle betrekking hebben op de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11, 12, 14, 16, 23 en 33 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
La question préjudicielle comprend quatre branches, qui portent toutes sur la compatibilité de la disposition en cause avec les articles 10, 11, 12, 14, 16, 23 et 33 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 6.1 et 7 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques.