De tweede omzendbrief ging uit van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, toen de heer Van Grembergen, die van oordeel was dat de omzendbrief-Peeters moest worden toegepast, en volgens welke de oproepingsbrieven in het Nederlands moesten worden verstuurd met een vertaling voor wie dat uitdrukkelijk wenste.
La deuxième circulaire, émanant du ministre flamand des Affaires intérieures de l'époque, M. Van Grembergen, lequel estimait que la circulaire Peeters devait être appliquée, imposait que les lettres de convocation soient adressées en néerlandais, avec traduction pour ceux qui en faisaient expressément la demande.