18. dringt er bij de EU op aan op de volgende zitt
ing van de UNHRC proactief bij te dragen en mee te werken aan de aanneming van een resolutie over het rapport betreffende de follow-up van de bevindingen
van het comité van onafhankelijke deskundigen dat is opgericht in het kader van de internationale onderzoeksmissie voor het conflict in de Gaza-strook, zodat er verantwoording moet worden afgelegd over de schendingen van het internationale recht, en pleit ervoor de zaak voor te leggen aan de Algemene Vergadering en aan intern
ationale j ...[+++]ustitiële organen, mocht blijken dat Israël of de Palestijnse partijen niet hebben voldaan aan hun verplichting om hiernaar overeenkomstig de internationale normen onderzoeken in te stellen; vraagt voorts aan de hoge vertegenwoordiger om actief toe te zien op de naleving van de bevindingen in het kader van de “Follow-up van het verslag van de internationale onderzoeksmissie naar het incident met het humanitaire hulpkonvooi", en er aldus voor te zorgen dat aan de beginselen inzake verantwoordingsplicht en aansprakelijkheid wordt vastgehouden; onderstreept dat ervoor moet worden gezorgd dat het mensenrechtenbeleid en het externe beleid van de EU op alle niveaus met elkaar sporen; onderstreept in dit verband dat mensenrechtenaspecten in de eerste plaats binnen de Associatieraad EU-Israël moeten worden besproken; acht het bijzonder verontrustend dat in de conclusies van de Associatieraad EU-Israël van 21 februari 2011 het standpunt van de EU in deze kwestie niet is terug te vinden; 18. presse l'Union de prendre des initiatives, lors de la prochaine session du CDH, afin d'apporter sa contribution à une résolution relative au rapport sur la suite donnée par le comité d'experts indépendants à la mission d'enquête sur le conflit à Gaza et de la soutenir afin de veiller à ce que les coupables de violations du droit international rendent compte de leurs agissements, et d'appuyer une saisine de l'Assemblée générale des Nations unies et le recours aux mécanismes de justice internationale dans l'éventualité où les parties israélienne et palestinienne ne se seraient pas conformées à leur obligation de mener des enquêtes, conformément aux normes internationales; invite en outre la haute représentante à contrôler activement le r
...[+++]espect des constatations de la "suite donnée au rapport de la mission internationale d'établissement des faits concernant l'incident de la flottille humanitaire", en garantissant le respect de l'obligation de rendre des comptes et du principe de responsabilité; insiste sur la nécessité de cohérence entre la politique de l'Union en matière de droits de l'homme et son action extérieure à tous les niveaux; souligne à cet égard que les questions liées aux droits de l'homme doivent en premier lieu être débattues au sein du conseil d'association UE‑Israël; se déclare particulièrement préoccupé par le fait que les conclusions formulées le 21 février 2011 par le conseil d'association UE‑Israël ne reflètent pas la position de l'Union en la matière;