« Art. 343. In afwijking van artikel 60, § 3, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, worden niet geacht te zijn verhinderd, de raadsheren in het Hof van Cassatie die onbekend zijn met de taal welke op de algemene vergaderingen, de zittingen van de verenigde kamers of op de voltallige zittingen van iedere kamer dient te worden gebruikt.
« Art. 343. Par dérogation à l'article 60, § 3, alinéa 1, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, ne sont pas considérés comme empêchés, les conseillers à la Cour de cassation qui ne connaissent pas la langue à employer aux assemblées générales, aux audiences des chambres réunies ou aux audiences plénières de chacune des chambres.