In de memorie van toelichting van het wetsontwerp, St. , Kamer, nr. 1406/1, 1993-1994, wordt vermeld dat de commissaris inzake opschorting, door de bevoegdheid die de rechtbank hem kan verlenen om daden van beheer of beschikking te stellen of om zijn machtiging te vereisen, een feitelijk optierecht over de voortzetting van de lopende overeenkomsten krijgt (memorie van toelichting, blz. 25).
Dans l'exposé des motifs du projet, doc. Chambre, nº 1406/1, 1993-1994, il est fait état de ce que la compétence que peut lui confier le tribunal de poser des actes d'administration ou de disposition ou d'exiger son autorisation confère au commissaire « un réel (en néerlandais : feitelijk) droit d'option sur la poursuite des contrats en cours » (exposé des motifs, p. 25).