15. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan een actiever beleid te voeren ten aanzien van de oostelijke buurlanden, dat geen afwijzing mag betekenen v
an samenwerking met Rusland maar integendeel sam
enwerking aanbiedt waar dat mogelijk
is; tegelijkertijd dient de Unie zich krachtiger op te stellen bij essentiële kwesties in de regio en meer betr
okkenheid te tonen, ondanks de negatieve opstel ...[+++]ling van Rusland tegenover de rol die Europa speelt in de gemeenschappelijke buurlanden; beklemtoont dat de Russische autoriteiten zich er tenslotte bewust van dienen te worden dat niet zozeer de geopolitieke wedijver met de Unie de oorzaak is van de tanende invloed van Rusland in zijn buurlanden, maar haar betreurenswaardige houding tegenover die landen; 15. invite le Conseil et la Commission à mener pour l'Union européenne une politique plus volontaire à l'égard de ses voisins de l'Est, qui ne devrait pas écarter mais au contraire proposer autant que possible la coopération avec la Russie; considère cependant que l'
Union doit adopter, dans le même temps, une position plus ferme sur les problèmes cruciaux de la région et s'y impliquer davantage, en
dépit de l'attitude négative dont fait actuellement preuve la Russie envers le rôle de l'Union dans leur
voisinage ...[+++] commun; souligne qu'il ne tient finalement qu'aux autorités russes de comprendre que ce n'est pas tant la rivalité géopolitique avec l'Union européenne qui réduit l'influence de la Russie dans son voisinage, mais sa propre politique déplorable à l'égard de certains de ses voisins;