Onder voormelde aantallen wekelijkse urenleraar worden de uren-leraar begrepen berekend enerzijds voor de vakken godsdienst, niet-confessionele zedenleer, cultuurbeschouwing en eigen cultuur en religie op grond van splitsingsnormen, met uitzondering van de wekelijkse uren-leraar die tijdens het betrokken schooljaar zelf in min- of meerdering worden gebracht, en anderzijds voor alle overige vakken op grond van leerlingencoëfficiënten respectievelijk minimumpakketten, steeds met inachtneming van het te verrekenen aanwendingspercentage.
Il faut entendre par les nombres précités de périodes-professeur, les périodes-professeur calculées d'une part pour les cours de religion, de morale non confessionnelle, de formation culturelle et de culture et religion sur la base de normes de dédoublement, à l'exception des périodes-professeurs hebdomadaires qui elles-mêmes sont portées en addition ou en déduction pendant l'année scolaire concernée, et d'autre part pour tous les autres cours sur la base de coefficients d'élèves, respectivement de capitaux minimaux, toujours en tenant compte du pourcentage d'utilisation à décompter.
