b) al wie een buitenlandse onderdaan België heeft laten binnenkomen om er te worden tewerkgesteld of tot dit binnenkomen heeft bijgedragen, voorzover de buitenlandse onderdaan geen houder is van een geldige arbeidskaart en zich niet bevindt in een van de gevallen, krachtens artikel 4, § 2, tweede lid, bepaald door de Koning;
b) quiconque a fait entrer en Belgique un ressortissant étranger ou a favorisé l'entrée en Belgique de celui-ci en vue d'y être occupé, pour autant que le ressortissant étranger ne possède pas un permis de travail valable et ne se trouve pas dans l'un des cas prévus en vertu de l'article 4, § 2, alinéa 2, par le Roi;