2. De prestaties inzake ouderdom, overleving, arbeidsongevallen en beroepsziekten die door een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van de eerste overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.
2. Les prestations en espèces en cas de vieillesse, de survie, d'accidents du travail et de maladies professionnelles, dues en vertu de la législation de l'un des Etats contractants, sont payées aux ressortissants de l'autre Etat contractant qui résident sur le territoire d'un Etat tiers, dans les mêmes conditions que s'il s'agissait de ressortissants du premier Etat contractant résidant sur le territoire de cet Etat tiers.