In algemener verband moet echter worden aan
getekend dat in het onderhandelingskader dat in oktober 2005 door de Raa
d is vastgesteld in zijn “kader voor de onderhandelingen” stelt dat de onderhandelingen met Turkije worden geopend uitgaande van de veronderstelling dat Turkije in voldoende mate voldoet aan de politieke criteria die de Europese Raad in 1993
in Kopenhagen heeft vastgesteld en die later grotendeels zijn verankerd in art
...[+++]ikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en werden verkondigd in het Handvest van de grondrechten.
Toutefois, il convient de garder à l’esprit que, de façon plus générale, le cadre de négociation adopté par le Conseil en octobre 2005 affirme, dans ses «lignes directrices en matière de négociations», que l’ouverture des négociations avec la Turquie repose sur la supposition que celle-ci satisfera suffisamment aux critères politiques établis par le Conseil européen de Copenhague en 1993, ultérieurement incorporés dans une large mesure à l’article 6, paragraphe 1, du traité sur l’Union européenne et promulgués dans la Charte fondamentale des droits fondamentaux.