- als men tot doel stelt het aandeel kleine moerasplanten en hooilandplanten te bevorderen of om ontwaterde en verruigde rietlanden of moerasvegetaties in een hooiland om te zetten, dan maait men de begroeiing in de zomer (juli-augustus) en voert men h
et maaisel af; dit onderhoud is aanbevolen voor jonge drijftillen en drijfzomen, voor eerder voedselarme rietbegroeiingen en - met de nodige voorzichtigheid - voor trilvenen; voor het omzetten naar hooiland maait men aanvankelijk tweemaal per jaar (eind juni-begin juli en
eind augustus-begin september) en wannee ...[+++]r de hooilandsoorten zich goed beginnen te ontwikkelen één maal per jaar (eind juli); - si l'on se fixe comme objectif de favoriser la croissance des petites plantes des marais et des prairies humides ou de transformer des roselières asséchées et à forte croissance d'herbes hautes ou des végétations de marais en prairies humides sauvages, on fauche les pousses en été (juillet-août) et on évacue les déchets de fauche; cet entretien est recommandé pour les végétations dérivantes et en radeau, pour les roselières installées sur un site plutôt pauvre en éléments nutritif et moyennant les mesures de précaution nécessaires pour les sols mouvants; pour la transformation en prairie humide sauvage, on fauche de préférence deux fois par an (fin juin-début juille
t et fin août-début septembre) ...[+++] puis, lorsque les espèces herbacées commencent à bien se développer, une seule fois par an (fin juillet);