Bij gebrek aan consensus tijdens de onderhandelingen wordt
in het verdrag een onderscheid gemaakt tussen gedwongen verdwijning gepleegd door actoren die vertegenwoordigers van de staat zijn, die strafrechtelijk strafbaar moet
worden gesteld, en gedwongen verdwijning gepleegd door actoren die geen vertegenwoordigers van de staat zijn, waarvoor in artikel 3 aan de staten die partij zijn, wordt gevraagd passende maatregelen te nemen « om de in artikel 2 omschreven handelingen » van actoren die geen vertegenwoordigers van de staat zijn te
...[+++] onderzoeken.
À défaut de consensus lors des négociations, une différence est faite par la Convention entre la disparition forcée commise par des agents étatiques, qui doit être incriminée pénalement, et celle commise par des agents non étatiques, pour laquelle l'article 3 demande aux États parties de prendre des « mesures appropriées pour enquêter sur les agissements définis à l'article 2 » et qui sont l'œuvre d'acteurs non étatiques.