De lidstaten kunnen specifieke ondersteunende structuren opzetten om deze vorm van mobiliteit te vergemakkelijken. Dergelijke structuren moeten binnen het kader van het Eures-netwerk aandacht schenken aan de specifieke behoeften aan voorlichting, begeleiding, grensoverschrijdende afstemming van de arbeidsvraag en het arbeidsaanbod en de daaruit voortvloeiende arbeidsbemiddeling.
Pour faciliter ce type de mobilité, les États membres peuvent choisir d'établir des structures de soutien particulières; dans le cadre du réseau EURES, il convient que celles-ci s'occupent des besoins spécifiques concernant l'information, l'orientation, la mise en correspondance transfrontalière entre l'offre et la demande de main-d'œuvre, et des placements qui en résultent.