Artikel 37, § 2, van de wet van 1965 somt de maatregelen op die de jeugdrechtbanken kunnen uitspreken, voorlopig of ten gronde, ten aanzien van minderjarige delinquenten, met name berisping, gewone ondertoezichtstelling, ondertoezichtstelling onder voorwaarden, plaatsing privé en plaatsing in een openbare instelling.
L'article 37, § 2, de la loi de 1965 énumère les mesures (réprimande, surveillance simple, surveillance sous conditions, placement « privé », placement en institution publique) que les juridictions de la jeunesse peuvent prononcer, par ordonnance ou par jugement, à l'égard de mineurs délinquants.