1. De lidstaten verlenen elkaar wederzijdse bijstand en nemen maatregelen met het oog op daadwerkelijke onderlinge samenwerking teneinde uitwisseling van informatie over de in de artikelen 42, 43, 44, 57, 59, 60, 62, 64 en 69 bedoelde onderwerpen te verzekeren.
1. Les États membres se prêtent une assistance mutuelle et mettent en place des mesures pour coopérer de manière efficace entre eux afin de garantir l'échange d'informations sur les sujets visés aux articles 42, 43, 44, 57, 59, 60, 62, 64 et 69.