De auteurs van het verdrag die zich inzonderhei
d hebben gegrond op voornoemde aanbeveling, waren van oordeel dat de uitdrukking « hen die samenwerken met de justitie » betrekking heeft op elke persoon ten
aanzien van wie een onderzoek wordt gevoerd of die veroordeeld is wegens deelname aan corruptiedelicten gedefinieerd in de artikelen 2 tot 14 van het verdrag, maar die ermee instemt samen te werken met de diensten bevoegd voor bestraffing, door hen inzonderheid in te lichten over d
e corruptiedelicten ...[+++]waaraan hij heeft deelgenomen zodat tot opsporing en vervolging kan worden overgegaan.
Les rédacteurs de la convention, inspirés notamment par la recommandation mentionnée ci-dessus, ont estimé que l'expression « collaborateur de justice » s'entend de toute personne qui est elle-même mise en examen ou qui a été condamnée pour avoir participé à des infractions de corruption définies dans les articles 2 à 14 de la convention , mais qui accepte de coopérer avec des services de répression pénale, en particulier en les renseignant sur les infractions de corruption auxquelles elle a participé, pour leur permettre de procéder aux investigations et poursuites.