De machtiging die is verleend aan de Koning om de nadere regels vast te stellen voor de monsternemingen en de onderzoeken bedoeld in artikel 25, § 2, van de genoemde wet van 17 januari 2003 kan immers niet zo worden begrepen dat ze de bevoegdheid met zich meebrengt om een regeling van administratieve sancties in het leven te roepen, waarin door de wetgever niet is voorzien.
En effet, l'habilitation conférée au Roi pour fixer les modalités des prélèvements et analyses visés à l'article 25, § 2, de la loi du 17 janvier 2003 précitée, ne peut être comprise comme emportant le pouvoir de mettre en place un régime de sanctions administratives non prévues par le législateur.