(261) Kort samengevat: vastgesteld werd dat alle schade-indicatoren in het derde en vier
de kwartaal van het onderzoektijdvak een negatieve ontwikkeling vertoonden in vergelijking met de gemiddelde activiteiten van het onderzoektijdvak: de productie was respectie
velijk 10 % en 18 % lager, de bezettingsgraad respectievelijk 6 % en 10 %, het verkoopvolume respectievelijk 14 % en 22 %, de verkoopprijzen respectievelijk 2,4 % en 13 % lager dan de gemiddelde prijzen van het onderzoektijdvak, terwijl de winstgevendheid 2,1 en 15,5 procentpun
...[+++]ten lager was.
(261) En résumé, il a été constaté que, pendant les troisième et quatrième trimestres de la période d'enquête, tous les indicateurs de préjudice ont suivi une tendance négative par rapport à l'activité moyenne de la période d'enquête: la production a diminué de respectivement 10 et 18 %, l'utilisation des capacités de 6 et 10 % et le volume des ventes de 14 et 22 %; les prix de vente étaient inférieurs de respectivement 2,4 et 13 % au prix moyen de la période d'enquête et la rentabilité a reculé de respectivement 2,1 et 15,5 points.