De nv « Tessenderlo Chemie », eisende partij voor het verwijzende rechtscollege, voert aan dat de prejudiciële vragen onontvankelijk zijn, enerzijds, omdat beide vragen onduidelijk zouden zijn en, anderzijds, omdat het antwoord op de tweede prejudiciële vraag niet nuttig zou zijn voor het oplossen van het bodemgeschil.
La SA « Tessenderlo Chemie », partie demanderesse devant la juridiction a quo, soutient que les questions préjudicielles sont irrecevables, d'une part, parce que les deux questions seraient imprécises et, d'autre part, parce que la réponse à la seconde question préjudicielle ne serait pas utile à la solution du litige soumis au juge a quo.