Uit de motivering van het arrest waarbij het Hof een vraag wordt gesteld, blijkt dat de verwijzende rechter, met verwijzing naar een arrest van het Hof van Cassatie van 2 november 1994 (Arr. Cass., 1994, 909), ervan uitgaat dat de lichamelijke schade die door de arbeidsongevallenwet wordt gedekt in geval van een dodelijk ongeval, de materiële en morele schade is die uit het overlijden voortvloeit.
Il apparaît de la motivation de l'arrêt par lequel la Cour est interrogée que le juge a quo, se référant à un arrêt de la Cour de cassation du 2 novembre 1994 (Pas., 1994, I, 890), considère que le dommage corporel couvert par la loi sur les accidents du travail en cas d'accident mortel est le dommage matériel et moral qui découle du décès.