Ten slotte stelt de advocaat-generaal vast dat de ongewilde aanwezigheid in honing van zelfs uiterst kleine hoeveelheden stuifmeel van het maïsras MON 810 tot gevolg heeft dat voor die honing een vergunning voor het in de handel brengen is vereist.
Enfin, l'avocat général constate que la présence involontaire, même en quantité infime, dans du miel, de pollen issu de la variété de maïs MON 810 a pour conséquence que ce miel doit faire l'objet d'une autorisation de mise sur le marché.