6. Indien een vergoeding wordt betaald voor schade aan landbouwbedrijfsgebouwen en -materieel die is veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, mag die schadevergoeding een maximale brutointensiteit hebben van 80 %, en van 90 % in probleemgebieden of in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van die verordening.
6. La compensation des dommages causés aux bâtiments agricoles et au matériel agricole par des phénomènes météorologiques défavorables pouvant être assimilés à des calamités naturelles ne doit pas dépasser une intensité brute de l'aide de 80 %, et de 90 % dans les zones défavorisées ou dans les zones visées à l'article 36, points a) i), ii) et iii), du règlement (CE) no 1698/2005, délimitées par les États membres conformément aux articles 50 et 94 dudit règlement.