Wanneer een bijzonder veldwachter meent dat hij onheus werd behandeld omdat er niet op zijn bijstandsverzoek werd ingegaan, heeft hij de mogelijkheid om dit aan te klagen bij de procureur des Konings (indien het verzoek kadert in een opsporingsonderzoek) of bij het diensthoofd of de korpschef waaronder de politieambtenaar die het verzoek weigert, valt.
Si un garde champêtre particulier estime avoir été traité de manière désobligeante parce qu'aucune suite n'a été réservée à sa demande d'assistance, il a la possibilité de porter plainte auprès du procureur du Roi (si la demande s'inscrit dans le cadre d'une enquête préliminaire) ou auprès du chef de service ou du chef de corps dont relève le fonctionnaire de police qui refuse la demande.