Ik heb de definitie laten uitbreiden met de inhoud van artikel 3, lid 5, g, van het verdrag van 1988 waarin uitdrukkelijk is bepaald dat het bezit van cannabis in een strafinrichting, in een opvoedingsinstituut, in een gebouw van een maatschappelijke instelling of in de onmiddellijke omgeving ervan of op andere plaatsen waar scholieren en studenten samenkomen voor onderwijs, sport en andere gezamenlijke bezigheden, moet worden aangezien als maatschappelijke overlast.
J'ai élargi cette définition en y intégrant les dispositions de l'article 3, alinéa 5, g, de la convention de 1988 qui précise que la détention de cannabis dans un établissement pénitentiaire, une institution éducative et dans les établissements scolaires et sportifs fréquentés par les jeunes, doit être considérée comme une nuisance sociale.