Wordt het verzoek onontvankelijk verklaard, dan herwinnen de Kamers niet onmiddellijk hun volle wetgevende bevoegdheden : het verbod dat hun in artikel 4 wordt opgelegd en inhoudt dat zij het betrokken wetsvoorstel of wetsontwerp niet kunnen aannemen, wordt immers verlengd tot een termijn van dertig dagen is verstreken : binnen die termijn kan immers beroep ingesteld worden tegen de beslissing van de commissie om het verzoek onontvankelijk te verklaren.
Dans le cas contraire, les Chambres ne recouvrent pas immédiatement la plénitude de leurs pouvoirs législatifs : l'interdiction qui leur est faite par l'article 4, d'adopter le projet ou la proposition de loi concerné, est en effet prolongé jusqu'à l'expiration d'un délai de trente jours permettant l'introduction de recours contre la décision de la commission prononçant la non-recevabilité de la demande.