Overeenkomstig bovengenoemde verordeningen en de interne besluiten van de instellingen, organen en instanties dienen bij de uitoefening van deze interne onderzoeksbevoegdheden de individuele rechten (vermoeden van onschuld, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, rechten van de verdediging en een onpartijdig onderzoek) volledig te worden geëerbiedigd.
Conformément aux règlements précités et aux décisions internes des institutions, organes et organismes, l'exercice de ces pouvoirs d'enquête interne doit pleinement respecter les droits individuels (présomption d'innocence, respect de la vie privée et des droits de la défense, droit à l'impartialité de l'enquête).