In die verschillende wetgevingen werd bijgevolg, met betrekking tot de verjaringstermijn die op de terugbetaling van onverschuldigde bedragen van toepassing is, een onderscheid gemaakt tussen de begunstigden van ten onrechte uitbetaalde pensioenen naargelang die die bedragen al dan niet door arglist of bedrog ten onrechte hadden verkregen.
Ces différentes législations opéraient dès lors une distinction, en ce qui concerne le délai de prescription applicable à la répétition de l'indu, entre les bénéficiaires de pensions indues selon que ceux-ci avaient perçu indûment ces sommes en raison ou non d'un dol ou d'une fraude de leur part.