Op grond van artikel 15 van het verdrag moet iedere Staat die partij is het feit aan een ambten
aar rechtstreeks of onrechtstreeks een ongeoorloofd voordeel te beloven, aan te bieden of toe te kennen, voor hemzelf of voor een andere persoon of entiteit, opdat hij in het kader van de uitoefening van zijn officiële functie een bepaalde handeling verricht of nalaat te verrichten; het feit dat een ambtenaar rechtstreeks of onrechtstreeks
om een ongeoorloofd voordeel verzoekt of een dergelijk voordeel aanvaardt, voor hemzelf of voor een an
...[+++]dere persoon of entiteit, opdat hij in het kader van de uitoefening van zijn officiële functie een bepaalde handeling verricht of nalaat te verrichten, strafbaar stellen.
Selon l'article 15 de la Convention, chaque État Partie doit incriminer le fait de promettre, d'offrir ou d'accorder à un agent public, directement ou indirectement, un avantage indu, pour lui-même ou pour une autre personne ou entité, afin qu'il accomplisse ou s'abstienne d'accomplir un acte dans l'exercice de ses fonctions officielles; le fait pour un agent public de solliciter ou d'accepter, directement ou indirectement, un avantage indu, pour lui-même ou pour une autre personne ou entité, afin d'accomplir ou de s'abstenir d'accomplir un acte dans l'exercice de ses fonctions officielles.