Art. 7. 1° Ingeval de werkgever, schuldenaar van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemer
s indien zij worden ontslagen, hun toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975,
in gebreke blijft, betaalt het fonds de vergoedingen, respectievelijk bedoeld in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en in de betreffende sectorale collecti
...[+++]eve arbeidsovereenkomst betreffende de brugpensionering.
Art. 7. 1° Dans le cas où l'employeur, débiteur de l'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement octroyée en vertu de la convention collective de travail n° 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail et rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, est défaillant, le fonds paie les indemnités visées par la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974 précitée et par la convention collective de travail sectorielle concernant la réglementation en matière de prépension.