Art. 400. De ambtenaren die één van de in artikel 398, tweede lid, 1°, bedoelde functies uitoefenen, ontvangen een vervangende toelage indien ze niet werkelijk het voordeel van hetzij een woonst, hetzij een woonst met verwarming en verlichting genieten.
Art. 400. Les agents qui exercent une des fonctions visées à l'article 398, alinéa 2, 1°, reçoivent, lorsqu'ils ne bénéficient pas effectivement soit du logement, soit du logement avec chauffage et éclairage, une allocation qui en tient lieu.