De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun beleid op het gebied van de aankoop van dergelijke kredieten de eerlijke geografische distributie van projecten verbetert, met name door een verhoging van het aandeel gecertificeerde emissiereducties (CER’s) die worden aangekocht van de minst ontwikkelde landen (MOL’s) en kleine insulaire ontwikkelingsstaten (KIO’s), en de totstandbrenging van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering vergemakkelijkt.
Les États membres devraient veiller à ce que leurs politiques d’achat de ces crédits contribuent à la répartition géographique équitable des projets, notamment en augmentant la part de réductions d’émissions certifiées (REC) achetées aux pays les moins avancés (PMA) et aux petits États insulaires en développement (PEID), et à la conclusion d’un accord international sur le changement climatique.