De verzoekende partijen voeren aan dat « de regels die de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten bepalen, in het bijzonder artikel 146 van de Grondwet » zijn geschonden doordat het bestreden artikel 19 voorziet in een procedure ter verzegeling en ontzegeling die afwijkt van die van het Gerechtelijk Wetboek, terwijl de gerechtelijke organisatie en het gerechtelijk recht tot de uitsluitende bevoegdheid van de federale overheid behoren.
Les parties requérantes font valoir que « les règles qui déterminent les compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions, en particulier l'article 146 de la Constitution » sont violées en ce que l'article 19 entrepris prévoit une procédure d'apposition et de levée des scellés qui déroge à celle du Code judiciaire, alors que l'organisation judiciaire et le droit judiciaire relèvent de la compétence exclusive de l'autorité fédérale.